Solidariteit anno 2015
Onlangs bracht ik in mijn hoedanigheid van vertrouwenspersoon van een man afkomstig uit Birma (Myanmar) gezamenlijk met hem en zijn dochter een bezoek aan diens huisarts in zorgcentrum Pro Vita. Alvorens wij de trap omhoog namen alwaar de huisartsenpraktijk gevestigd is, werden wij door enkele plaatselijke inwoners met argusogen gadegeslagen. Ik vroeg me af wat er toch in de hoofden van deze inwoners omging. Vanwaar al die vooroordelen en koude blikken? Vormde deze vluchteling met zijn dochter een directe bedreiging voor de apotheekbezoekers op de benedenverdieping? Ik zou niet weten hoe. Racisme is onwetendheid. De angst voor het onbekende. Helaas is dit in de gemeente Beesel niet anders dan in de rest van Nederland.
Een week na het huisartsenbezoek overleed een vader, schoonvader, opa van een Bhutanees gezin dat op uitnodiging van de Nederlandse regering al enige jaren in onze gemeente woonachtig is. Wat moet het voor dit gezin geen cultuurshock geweest zijn toen ze na een 18-jarig verblijf in een vluchtelingenkamp in Nepal in Nederland arriveerden. Het gezin doet zijn uiterste best om in te burgeren en draagt met vrijwilligerswerk een steentje bij aan onze samenleving. Als je rouwt om een overledene en jarenlang gedwongen in een vluchtelingenkamp hebt gewoond, dan ben je niet vertrouwd en bezig met de regelgeving omtrent het begraven of cremeren van een overledene in Nederland. Vanzelfsprekend vraag je dan om een beetje ondersteuning/hulp. Omdat ik als taalcoach het gezin al geruime tijd begeleid, belde ik met de gemeente Beesel om hen over het overlijden te informeren en met de vraag aan de betreffende contactpersoon of zij het gezin verder de weg wilde wijzen. De ambtenaar in kwestie antwoordde: “Ik heb nog nooit met een sterfgeval te doen gehad. Ze wisten toch dat opa al langer ziek was. Daar hadden ze zich dus op kunnen voorbereiden.”
Voor de betreffende ambtenaar was daar de kous mee af. Geen greintje compassie of inlevingsvermogen. Oh ja, dacht ik toen: zelfredzaamheid is het credo in de huidige participatiestaat. Gelukkig hebben we het gezin onder andere met hulp van Stichting Wel.kom – what’s in a name – op weg kunnen helpen.
Op 25 april jongstleden werd Nepal getroffen door een aardbeving van 7,8 op de Schaal van Richter. Al snel werd giro 555 geopend voor een grote geldinzamelactie. Daar zijn wij Nederlanders toch goed in: het inzamelen van gelden voor mensen die getroffen worden door grote (natuur-)rampen.
In week 18 bezocht ik de expositie “Oorlogsleid tösse Maas en Pruse bos” in het atrium van WoonGoed 2-Duizend. Een indrukwekkende expositie die door de heemkundevereniging met zorg is samengesteld. En warempel ik zag die ochtend een oudere dame in het atrium die mij bekend voorkwam uit de wachtkamer van de apotheek in zorgcentrum Pro Vita. Ze sprak de woorden: “Wat ein leid. As ich dao aan truuk dingk, toen veur móste vluchte veur die Pruse. Dét wins se nemes”.
Soms zijn er kennelijk rampen (oorlogen) nodig om mensen de ogen te openen. Ik vroeg mij af of deze mevrouw nu ook solidair zou zijn met de vluchtelingen die een bestaan proberen op te bouwen in onze eigen kleine gemeenschap Beesel. Ook zij hebben alles wat hen lief was moeten achterlaten en gingen een onzekere toekomst tegemoet.
De PvdA Beesel-Reuver wil vluchtelingen niet laten stikken en hoopt dat de angst voor het onbekende in onze gemeente omslaat in een humane bejegening, met respect voor elkander.